Van de leerstoornis dyslexie hebben veel mensen weleens gehoord, maar over de leerstoornis dyscalculie is veel minder bekend. Eigenlijk is het een soortgelijke stoornis maar dan op het gebied van cijfers en getalbewerking. Dyscalculie kan veel problemen geven met rekenen, omdat het een hardnekkig rekenprobleem is: een soort blinde vlek voor cijfers, rekenen en wiskunde.
Veel van deze kinderen hebben als kleuter al moeite met het automatisme dat getallen een bepaalde waarde vertegenwoordigen. Naar schatting heeft 3 tot 5 procent van de mensen dyscalculie, dat betekent: gemiddeld ongeveer één kind in een klas van 30 leerlingen.
Hoe kun je dyscalculie herkennen?
Dyscalculie is vaak moeilijk te herkennen en voor officiële toekenning van dyscalculie is een uitgebreid onderzoek nodig. De volgende tekenen, die vaak voorkomen bij kinderen (en volwassenen) met deze leerstoornis, zouden kúnnen wijzen op dyscalculie:
- Tellen: getallen overslaan of niet in de juiste volgorde opzeggen.
- Weinig inzicht in het getallensysteem en de getallenlijn.
- Moeite met het toekennen van een bepaalde waardes aan de cijfers.
- Optellen en (vooral) aftrekken lastig vinden.
- Hardnekkig blijven omdraaien van getallen (48/84).
- Veel moeite met het automatiseren van sommen en tafels.
- Weinig ruimtelijk inzicht.
- Problemen met het klokkijken
- Moeite om uit een verhaaltje de juiste som te halen